woensdag 25 april 2012

La Vertu, mijn oom, mijn loge en Prins Frederik

auteur: Pim Vos


Gisteren heb ik gevisiteerd bij de Achtbare Loge la Vertu in leiden. Er werd een gezel verheven tot Meester. Als altijd wanneer je visiteert, word je allerhartelijkst ontvangen en voel je je direct thuis. Ik bleek diverse broeders al eerder ontmoet te hebben, waaronder een broeder die -  evenals ik - ongeveer 23 jaar geleden ingewijd is bij de Loge L'Union Frédéric maar een tijdje later is overgestapt naar leiden.

Thuisgekomen realiseerde ik mij dat de oom van mijn oom (Willem Kreeft) volgens mij destijds ook lid van La Vertu was. Op het internet vond ik daarvan het vermoedelijke bewijs. Hij werd in ieder geval met la Vertu in verband gebracht. Even verder googelen en ik kwam onderstaande penning tegen die geslagen is door de Koninklijke Begeer, waar Willem Kreeft werkte. De penning is geslagen ter ere van het 60 jaar Grootmeesterschap van Prins Frederik, broer van Koning Willen II. Naar Prins Frederik is mijn loge vernoemd. Oke, we schrijven het anders, Frédéric, maar in die tijd was het Frans gewoon erg chique.

En zo hebben la Vertu, mijn oom, mijn loge en Prins Frederik een onverwacht verband met elkaar.


Broeders van La Vertu, hartelijk dank voor de gastvrijheid.

Pim

           
Prins Frederik der Nederlanden zestig jaar in functie als Grootmeester-Nationaal van de Orde van Vrijmetselaren in Nederland, 1876.
Prince Frederick of the Netherlands 60 years National Grand Master 1876 {masonic]                                                                  

Penning aangeboden aan Prins Frederik der Nederlanden na het zestig jaren bekleden van de functie van Grootmeester Nationaal der Vrijmetselaarsorde in Nederland. Vz: Het inwendige van een maçonieke tempel met de bijbehorende symbolen. Op het voetstuk van het altaar de jaartallen 1816-1876, alsmede de naam van de ontwerper: J.P. Menger; omschrift. Kz: negenregelige tekst in een krans van eiken- en lauwerbladen; omschrift. Ontwerp: J.P Menger. (Zwierzina 392. Kreeft 56). Brons 62 mm. 


maandag 9 april 2012

Het Geheim van de Vrijmetselarij


Auteur: Case Trevius
datum:  april 2012



Dit verhaal gaat over de Profaan Paul en de Meester Vrijmetselaar Johan.

Paul vraagt aan Johan wat het geheim van de Vrijmetselarij is.
Johan: “Weet jij hoe een sinaasappel smaakt?”
Paul: “Nee! Ik lust die dingen niet”.
Johan: “Dan kunnen wij daarover geen gesprek voeren”.
Paul: “Dat is een halfzacht antwoord”.
Johan: “ Ja, dat is het ook. Mag ik je dan een onfatsoenlijke vraag stellen?”
Paul: “ Ja. Als mannen onder elkaar kan dat wel.”
Johan: “Wat doe jij met je vrouw in bed?”.
Paul: “Al wat in ’t bedde wordt gesproken wordt met de lakens toegeloken!”
Johan: “ Juist! Bij ons noemen wij dat “Binnen de Getande Rand”. Dat is dus jullie Geheim; dat gaat niemand wat aan! Kom ook binnen de “Getande Rand”; dan kunnen wij jou duidelijk maken wat het geheim is”.

Inmiddels heeft Paul de belangrijkste plaats binnen de Vrijmetselarij gekregen: hij is Leerling Vrijmetselaar! Nu wil hij weten waarom dat de belangrijkste plaats is
Johan: “Omdat de Loge elk jaar minstens 1 nieuwe Leerling moet krijgen, anders sterft de Loge uit.”.
Paul:” Waarom heet ik nu Tubal Kaïn?”
Johan: “Toen de Vrijmetselarij in de 18e eeuw begon, was dat een vereniging voor de gezelligheid. Er werden gesprekken gevoerd over het waarom en hoe van ons bestaan, maar er werd ook veel gelachen, gegeten, gedronken en met woorden gegoocheld. In die tijd werden eigenlijk ook de serieuzere zaken over het leven besproken. Men besloot daarom een vereniging te stichten die door middel van symbolen, ritualen en wachtwoorden de leden moest leren denken. Dat was niet nieuw want gedurende duizenden jaren waren ook andere volken al op dat idee gekomen. Na veel overleg werd gekozen voor de symbolische Tempelbouw en omdat de meeste mensen in die tijd uitgingen van de verhalen van ons Eerste Grote Licht werden namen en andere zaken gebruikt om de ritualen te schrijven. Koning Salomo van Kana-an (Kena-An = Purper-Land) nam Hiram de Zoon van een Weduwe aan en die werd zodoende de Bouwer van de Tempel. Die had natuurlijk vele mannen nodig om de grove stenen te bewerken om daarmee de Tempel in elkaar te zetten. Voor de afwerking van de binnenkant werd cederhout gebruikt dat zij kregen van Hiram de Koning van Tyrus in de Libanon (Laban-An = Wit Land). Bij het werk aan de Tempel mochten geen geluiden worden gehoord… Tubal Kaïn was in die tijd de Eerste Bewerker van Metalen en werd daarom zeer bewonderd. Maar hij mocht nu nog niet meedoen (net zoals jij) omdat hij zonder geluiden niet kon werken, zodat hij zijn metalen moest inleveren… De vaak boertige Engelse schrijvers van dat rituaal kwam goed uit dat de Leerling een man moest zijn maar hoe kom je daar achter? Met een knipoog vonden zij dat de naam Tubal-Kain veel leek op Two Balls and a Cane en daarom dragen wij dat speldje nu nog omdat wij heel graag altijd Leerling willen blijven.

De rest van het rituaal zul je allemaal zelf moeten vertalen zonder geluiden te maken! Leer dus te denken!! Dat is het Geheim.