
Zij die geen baan hebben of minder valide zijn voelen zich vaak gevangen in de bureaucratie van de uitkeringsinstanties. Kleine ondernemers verzuipen in een te veel aan regelgeving en dromen soms van een bedrijf in Timboektoe waar je gewoon kunt ondernemen in plaats van formuliertjes in vullen.
Maar ik denk ook aan mensen die leven in landen waar je niet vrij bent om te zeggen wat je wilt, of beperkt wordt in andere mensenrechten.
Mijn ervaring is dat bezit en gehecht zijn aan alles wat je lief of waardevol is, ook angst voor verlies en daarmee onvrijheid met zich mee brengt. Hoe liever of waardevoller ik iets vond, hoe afhankelijker en onvrijer ik werd. Maar de oplossing zit niet in het afstand doen van alles wat je lief of waardevol is.

De werkelijke vrijheid zit in de vrijheid van denken, in het vrij-denken. Het zijn niet zozeer de omstandigheden die mijn vrijheden beperken, het is mijn eigen houding die mijn gevoel van vrijheid of onvrijheid bepaalt. Kortom, het gaat erom hoe ik met mijzelf en vervolgens met mijn omgeving omga. Als ik dat in vrijheid wil doen, zal ik mij vrij moeten maken van mijn vooroordelen naar anderen, mij vrij moeten maken van mijn politieke, maatschappelijke, religieuze dogma’s, zal ik mij vrij moeten maken van mijn opvoeding, zal ik mij – uiteindelijk – vrij moeten maken van mijzelf. Het ultieme loslaten, zo u wilt.
Maar verwar het niet met onverschilligheid. Ik ben niet onverschillig naar mensen, niet onverschillig voor mooie dingen, niet onverschillig in mijn werk etc. Nee. Een schilderij kan ik mooi vinden, kan ik willen bezitten, maar als het per ongeluk in rook op gaat wil ik niet dat het mij wezenlijk raakt. Ik ben immers dat schilderij niet. Verlies ik mijn baan, dan geldt ook dat ik niet die baan, niet die functie, niet die status ben etc. Ik mag dingen mooi of fijn vinden, maar ze maken geen wezenlijk onderdeel uit van mij. Heb ik het, dan is het mooi. Verlies ik het, dan ben ik het gewoon kwijt. Meer niet.
Een paar jaar geleden heb ik het merendeel van wat in mijn huis stond, gewoon weggedaan. Boeken, meubilair, serviezen, fotoboeken, kleren etc. Ik bemerkte niet alleen dat ik veel meer ruimte in mijn huis kreeg, maar vooral meer ruimte in mijn hoofd. Ik was er van af. Al die dingen die ik al tientallen jaren met mij mee sleepte, spullen uit mijn vroege jeugd bijvoorbeeld, het is weg. Niet door plotselinge brand, maar omdat ik er vrijwillig afstand van deed. En ik mis het niet, ik voel mij er zelfs van verlost. Maar nogmaals, de oplossing ligt niet in het wegdoen van materiële zaken, maar in de houding tov die materiële dingen.

En uiteindelijk moet ik mij niet zo hechten aan het leven zelf, moet ik niet angstig zijn voor het leven, niet bang zijn voor de dood. Ik zou meer onbevangen moeten genieten van het leven zoals het zich aandient en geloven en vertrouwen in mijn kracht.
Kortom, vrijheid voor mij is dus vooral vrijheid van denken. Vrij kunnen staan tegenover mijzelf, andere mensen en de fysieke wereld om mij heen. Naarmate ik dat doel dichter benader, zal ik al die andere onvrijheden beter kunnen overwinnen als ze zich voordoen.